| "Het Duitse plaatsje Dorsten groeide in de eerste helft van de vorige
eeuw uit tot een belangrijk scheepsbouwcentrum. Algemeen wordt aangenomen dat
men daar uit oudere typen Rijnaken de Dorstense aak ontwikkelde. [P.V.J.M.] Sopers ["Schepen die verdwijnen"] geeft een degelijke beschrijving van de bouwwijze en het model. Karakteristiek zijn vóór het brede oplopende vlak, waar de huidgangen met een grove knik op aansloten, en achter het scherpe achterschip. Hier loopt het vlak ongeveer 20 à 30 centimeter op, en eindigt het in een punt bij de bijna verticaal staande achtersteven. Over de hele lengte is er een knik tussen vlak en boorden. Naar achteren toe wordt die knik steeds sterker. De bouw is overnaads, althans boven de lege waterlijn, terwijl berghouten ontbreken. Deze schepen werden ook op Nederlandse werven gebouwd; men komt in de diverse werfarchieven en/of bestekboeken termen tegen als Rijnaak, zoomaak, Hollandse aak, bovenlandse aak. Aantallen zijn niet bekend, en evenmin weten we hoe groot de invloed
van Nederlandse werven op de ontwikkeling was." (Scheepstypologieën) |
| Der an der Lippe gelegene Ort Dorsten entwickelte sich gegen Mitte des 19.Jahrhunderts zu einem wichtigen Schiffbauplatz für die Frachtensegler, die bis zu 500 t Tragfähigkeit hatten und für den Verkehr auf der Lippe eigentlich zu groß waren und hauptsächlich auf dem Niederrhein verkehrten. Die Fahrzeuge, die gewöhnlich etwa rd. 35m maßen und 350 t mitnahmen, standen in der Tradition der älteren Rheinaaken. Sie zeichneten sich durch einen flachen und breiten Boden aus, mit Seitengängen, die im stumpfen Winkel an den Boden anschlossen. Dieser Winkel wurde zum Hinterschiff zunehmend steiler, wo die Seitenbeplattung im senkrecht stehenden Achtersteven endete. Ähnliche Schiffe entstanden auch in den Niederlanden, wo sie unter verschiedenen Bezeichnungen wie Rhein-, Zoom-, Holländische oder Bovenländer Aak bekannt waren. Der Dorstener Schiffbau dauerte bis ungefähr 1880, als sich Eisenschiffbau und Schleppschiffahrt endgültig durchzusetzen begannen. Er profitierte damit weder vom Bergbau, der sich nach Norden ausbreitete, noch von der Eisenindustrie und war - paradoxerweise - längst Geschichte, als Dorsten im frühen 20.Jahrhundert 'Hafenstadt' am Wesel-Datteln-Kanal für die Großschiffahrt wurde. |
