ultramarin.online |
|
Theodor-Bayerschip |
|
kleinste type van de vijf zelfvaarders
(gemotoriseerde vrachtschepen) die na de 2de W.O. werden ontwikkeld. Dit
type bestond in twee afmetingen. "Type A" had een lengte van 38,50m,
een breedte van 5,05m, een zijhoogte van 2,30m en een draagkracht van van
ongeveer 275t. "Type B" was 48m lang en had een draagkracht van
ongeveer 370t. Wat betreft grootte leek het schip op de Peniche en de Maasspits,
die vaarden tussen Zuid-Nederland, België en de Franse kanalen. Wegens de
geringe afmetingen bezat het een grote reikwijdte, er werden echter in Duitsland
maar een gering aantal gebouwd (na 1955). In tegenstelling tot de buren
in het westen verloren hier de rivieren en kanalen waar het schip op kon
varen (Lahn, Fulda) hun betekenis voor het vrachtverkeer. |
|
|
Theodor-Bayer-Typ |
kleinstes der fünf Selbstfahrer-Typschiffe,
die nach dem 2.Weltkrieg entwickelt wurden. Diesen Typ gab es in zwei Abmessungen:
der "Typ A" hatte eine Länge von 38,50m, eine Breite von
5,05m, eine Seitenhöhe von 2,30m und eine Tragfähigkeit von rd.
275t. Der "Typ B" war 48m lang und hatte eine Tragfähigkeit
von ca. 370t. Das Schiff entsprach in seiner Größe der Peniche
und dem Maasspitz, die zwischen dem Süden der Niederlande, Belgien
und dem französischen Kanalnetz verkehrten. Wegen seiner geringen Abmessungen
besaß es eine große Reichweite, wurde aber dennoch in Deutschland
(ab 1955) nur in kleinen Stückzahlen gebaut. Anders als in den westlichen
Nachbarländern verloren die Flüsse und Kanäle, auf welche
dieses Maß zugeschnitten war (Lahn, Fulda) ihre Bedeutung für
den Frachtverkehr. |
|
Theodor-Bayer-type ship |
the smalles among the five standard type motor
vessels developed after WWII. "Type A" measured 38,50m in length
with a beam of 5,05m, a depth of 2,30m and a capacity of 275t. "Type
B" was 48m long and had a capacity of 370t. The dimensions of the ship
corresponded with the Maasspitz of the canals in the Dutch-Belgian-French
border region. |
|
bateau type Theodor Bayer |
|