ultramarin marine translations
ultramarin.online
nl Saar   rechter zijarm van de Moezel, ontspringt in de noordelijke Vogezen en mondt na 235 km bij Konz in de Moezel.   
de Saar rechter Nebenfluß der Mosel entspringt in den nördlichen Vogesen und mündet nach 235 km bei Konz. 
en Saar right tributary of the Moselle rises in the northern Vosges and flows into the Moselle at Konz after 235 km of which a large part is navigable. Navigation on the Saar goes back to Roman times, the Saar being an important export link to England as well as Hungary. In modern times the Saar has played a major role in the industrialisation of Lorraine and the Saar basin. However, the accessibility for large-scale shipping came only after the canalization of the Moselle in the 1960s, towards the end of the 20th century, when the steel industry and coal mining was already in decline.
fr Sarre  
Die Schiffahrt auf der Saar ist wie die der Mosel schon aus der Römerzeit belegt. Ausonius erwähnt sie in seinem Gedicht Mosella. Steine, Ziegel und Töpferwaren fanden von hier und dem Nebenfluß der Blies den Weg ins Rheinland und weit darüber hinaus bis nach England und Ungarn.

Mit der Entwicklung des industriellen Bergbaus im 19.Jahrhundert dient die Saar zunehmend der Erschließung des Saarreviers. Wie an der Ruhr, so nimmt auch hier der Kohlentransport, der sich bis ins Jahr 1608 zurückverfolgen läßt, Anfang des 19.Jahrhunderts sprunghaft zu. Nachdem Preußen 1816 die Hoheit über den schiffbaren Teil der Saar gewinnt, übernimmt es in den Jahren 1842-89 die Regulierung der Wasserstraße. Gleichzeitig schafft 1861-66 mit dem Saarkohlenkanal eine Verbindung zum südlich gelegenen Rhein-Marne-Kanal. Mit dem Ausbau auf der deutsch-französischen Strecke war die Saar ab 1875 bis Ensheim schiffbar. Mit der Errichtung von neun Staustufen mit Schleusen von 40,8 x 6,60 m nutzbarer Breite auf deutschem Gebiet (38 x 5,10 m in Frankreich) faßte man bereits den weiteren Ausbau bis zur Mosel ins Auge, der allerdings mal aus wirtschaftlichen, mal aus politischen Gründen mehrfach aufgeschoben werden mußte.

Mit der Eingliederung des Saarlands in die Bundesrepublik 1957 gewann die Saarkanalisierung neue Aktualität. Zur selben Zeit als abgesehen vom Main-Donau-Kanal die meisten Großprojekte in den siebziger Jahren wieder in den Schubladen verschwanden, begannen (nachdem die Alternative eines Rhein-Saar-Kanals nach Ludwigshafen aus volks- und wasserwirtschaftlichen Gründen verworfen worden war) die Arbeiten an fünf Staustufen zwischen Dillingen und der Mosel bei Konz. 1987, mit der Eröffnung der Saar-Großschiffahrtsstraße, hatte man - nach über einem Jahrhundert - Ensdorf erreicht. Im Jahr 2000 war das Projekt mit der sechsten Staustufe der Strecke Dillingen-Saarbrücken vollends abgeschlossen.

Net als op de Moezel, bestond er al tijdens de Romeinse tijd scheepvaart op de Saar. Ausonius spreekt in zijn gedicht over de Mosella. Stenen, tegels en aardewerk vonden van hieruit en de nevenarm de Blies hun weg naar het Rijnland en ver daarbuiten tot Engeland en Hongarije toe.

Met de ontwikkeling van de industriele mijnbouw in de 19de eeuw had de Saar in toenemende mate een centrale functie in de ontsluiting van het Saargebied. Net als bij de Roer, neemt ook hier het steenkolentransport, dat zich tot in het jaar 1608 laat nagaan, in het begin van de 19de eeuw met sprongen toe. Nadat Pruisen in 1816 de macht had weten te verkrijgen over het bevaarbare gedeelte van de Saar, nam deze staat in de jaren 1842 - 1889 de regulering van de waterstraat ter hand. Tegelijkertijd maakt Pruisen van 1861 - 1866 door middel van het Saarkohlenkanal een verbinding met het zuidelijker gelegen Rijn-Marne kanaal. Met de uitbouw van het Duits-Franse traject was de Saar vanaf 1875 tot Ensheim bevaarbaar voor schepen. Met de constructie van negen stuwtrappen met sluizen van 40,8 x 6,60 m bruikbare breedte op Duits grondgebeid (en 38 x 5,10 in Frankrijk) keek men reeds vooruit naar de verdere uitbouw richting Moezel, die echter nu eens om economische, dan weer om politieke redenen meermaals moest worden verschoven.

Toen het Saarland in 1957 bij de Bondsrepubliek kwam werd de kanalisering van de Saar weer actueel. In dezelfde tijd dat de meeste grote projecten afgezien van het Main-Donau kanaal in de zeventiger jaren weer in de burolade verdwenen, begon men (nadat het alternatief om een Rijn-Saar kanaaal naar Ludwigshafen te graven was verworpen)met de werkzaamheden aan vijf stuwtrappen tussen Dillingen en de Moezel bij Konz. In 1987, met de opening van de grote Saar-scheepvaartstraat had men - meer dan 100 jaar later - Ensdorf bereikt. Met de zesde stuwtrap op het traject Dillingen - Saarbrücken was het project in het jaar 2000 eindelijk volledig afgesloten.