ultramarin marine translations
ultramarin.online
nl knie(plaat)
balkknie
band
  plaat voor hoekverbindingen in de scheepsbouw bijvoorbeeld om de spanten te verbinden aan de dekbalken;
In de houten scheepsbouw een min of meer in L-vorm gegroeid stuk hout of krommer of in dezelfde vorm gesmeed ijzeren verbindingsstuk waarmede twee verbanddelen aan elkaar gezet of versterkt worden. Knieën worden met bouten bevestigd. De ene vleugel van een knie word lijf genoemd, de andere tak. De plaats waar zij samenkomen heet neb. Knieën kunnen ook worden opgebouwd uit twee of meer lagen hout, of uit twee delen hout die met een ijzeren plaat versterkt worden. Bij gewrongen knieën maken lijf en tak een min of meer scherpe hoek. Een stompe V-vormige knie waarvan lijf en tak even lang zijn, wordt band genoemd. Zij maken soms deel uit van een spant. Een zitter is een knie die men op sommige schepen aantreft tussen de spanten als versterking en verbinding van het boord en het vlak (de kim). Een opgezette knie waarbij de neb in de hoek van de twee te verbinden delen valt, was de meest gebruikelijke. Een oorknie is een ijzeren knie met een cirkelvormige plaat, waarin verschillende bouten naast elkaar kunnen worden geslagen. Een vorkknie heeft een vorkvormige tak die om een balk heen kan worden gelegd als extra versterking.

In de stalen scheepsbouw komt de knie voor als een plaatverbinding tussen twee bouwdelen en vervult als zodanig dezelfde functie als de houten knie of krommer in de houten scheepsbouw. Men spreekt van kimknie bij de verbinding tussen een spant en de kantplaat. Een dekbalkknie is de verbinding tussen een spant en een dekbalk. Zo kent men ook knieën die de schotstijlen verbinden met bodem en dek. Kleinere stalen knieën zijn gewoonlijk geheel vlak en elektrisch gelast aan de te verbinden delen. In oude schepen wordt hiervoor nog wel een klinkverbinding gevonden. Grotere knieën hebben een ongeflensde lange zijde of in plaats daarvan een aangelast strip of gording.

de Knie(winkel) dreieckige (gekröpfte) Platte am oberen Ende eines Spants, wovon ein Schenkel senkrecht gegen die Außenhaut als Verstärkung des Spants dient, während der andere Schenkel waagerecht als Auflage für die Gangbordplatte bzw. das Deck dient.
en knee
bracket
 
fr gousset
barrotin coudé