"meestal kortweg Noordhollandsch Kanaal
genoemd, is het tussen 1819 en 1824 gegraven kanaal, dat het Rijk voor
Amsterdam tot stand bracht ter vervanging van de steeds gevaarlijker wordende
weg over het Pampus en de toenmalige Zuiderzee. Voor het kanaal werden
gedeelten van de ringvaarten van de Beemster en de Schermer gebruikt.
Het is 79,3km lang en 37,70m breed (bodembreedte ten minste 10m en de
diepte ten minste 4,5m). Twee voorhavens geven aan de IJ-zijde toegang
tot de schutsluizen Willem I en Willem III. Het kanaal bestaat uit 2 panden
onderling gescheiden door de Purmerendse schutsluis. Door de koopvaardersschutsluis
is het kanaal bij Den Helder verbonden met de zeehaven Nieuwediep. Aangezien
deze zeeweg voor Amsterdam toch wel een grote omweg gaf voor het verkeer
o.a. op Engeland, ook het Texelsche Gat niet geheel gevaarloos was en
eindelijk in Nieuwediep herhaaldelijk de steeds groter wordende zeeschepen
moesten worden gelicht, werd het kanaal vervangen door het Noordzeekanaal,
dat in 1876 werd geopend. Sedert is het Groot-Noordhollandschkanaal nog
slechts voor de binnenvaart in gebruik." |
kurz meist Noordhollandsch Kanaal genannt, ist der 1819-1824 gegrabene Kanal, den der Staat für die Stadt Amsterdam angelegt hat, um den stets gefährlicher werdenden Weg über das Pampus und die ehemalige Zuidersee zu vermeiden. Hierfür wurden Teile der Ringvaarten der Beemster und Schermerpolder benutzt. Der Kanal ist 79,3 km lang, 37,70m breit, besitzt eine Bodenbreite von min. 10 m und eine Tiefe von min. 4,5m. Über zwei Vorhäfen erreicht man die die Schleusen Willem I und III. Der Kanal besteht aus zwei Teilen, die durch die Schleuse von Purmerend voneinander getrennt sind. Über die Kauffahrteischleuse ist der Kanal in Den Helder mit dem Seehafen Nieuwediep verbunden. In Anbetracht dessen, daß der Kanal vor allem für den Seeverkehr nach England einen großen Umweg nach Amsterdam darstellte, das Texelsche Gat nicht ohne Gefahr befahren werden konnte und die Seeschiffe in dem Maß, wie ihre Größe zunahme, in Nieuwediep geleichtert werden mußten, ersetzte man den Nordholländischen Kanal durch den Nordsee-Kanal, der 1876 eröffnet wurde. Seitdem wird der Große Nordholländische Kanal nur noch von der Binnenschiffahrt benutzt. |