Meer controle op vluchtwegen in de binnenvaart
De Inspectie Verkeer en Waterstaat zal vanaf 1 maart 2002 gerichte inspecties uitvoeren bij schepen in de binnenvaart die gevaarlijke stoffen laden of lossen. Gekeken wordt naar de aanwezigheid van adequate vluchtwegen.
Aanleiding
In mei 1999 is een Nederlands tankschip tijdens het laden van benzine ub brand geraakt. Het schip lag afgemeerd bij een overslagbedrijf in Dormagen (Duitsland). Bij dit ongeval waren drie doden te betreuren en een aantal personen werd gewond door verbranding. Later is gebleken dat de bemanningsleden door gebrek aan vluchtwegen geen veilige plaats meer konden bereiken.
Naar aanleiding van dit ongeval kwamen diverse signalen van zowel de brancheorganisaties als de Divisie Vervoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (voorheer Rijksverkeersinspectie) dat deze situatie niet specifiek voor Duitsland was maar dat ook in Nederland niet altijd voldoende veilige vluchtwegen aanwezig zijn.
Onderzoek
De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft daarom de Inspectie Verkeer en Waterstaat gevraagt een onderzoek te verrichten naar veiligheid en kwaliteit van de vluchtwegen bij laad-, los- en ligplaatsen voor schepen met gevaarlijke stoffen.
De conclusie van dit onderzoek is dat het in Nederland slecht gesteld is met vluchtwegen voor binnenvaartschepen met gevaarlijke stoffen. Bovendien zijn laad-/losplaatsen (voor tankschepen) en ligplaatsen veelal slecht te bereiken voor hulpdiensten.
In cijfers uitgedrukt zien de belangrijkste conclusies van het rapport "Vluchtwegen binnenvaart" er als volgt uit:
- op 62% van de aanwezige overslagplaatsen voor droge ladingschepen kan men niet veilig naar de walzijde overstappen;
- slechts bij 42 van de 218 overslagplaatsen voor tankschepen (19%) is een adequate vluchtwegsituatie aanwezig;
- in Nederland zijn er onvoldoende veilige ligplaatssituaties voor kegelschepen;
- de bereikbaarheid voor hulpdiensten van kegelplaatsen en overslagplaatsen van tankschepen is slecht te noemen.
Aanschrijven bedrijven
De betreffende bedrijven (productiebedrijven en overslagbedrijven) zijn schriftelijk gemaand voor 1 maart 2002 de nodige correcties te laten uitvoeren. Na 1 maart 2002 zullen gerichte inspecties worden uitgevoerd en zal handhavend worden opgetreden.
Vluchtwegen en vluchtmiddelen
In de toelichting op de ADNR checklist wordt weergegeven waaraan de vluchtwegen moeten voldoen. In de eerste plaats moet het schip - te allen tijde - op een veilige wijze betreden en verlaten kunnen worden. Het beste is om twee beveiligde vluchtwegen naar de wal te hebben: één vanaf het voorschip en één vanaf het achterschip. Als aan de walzijde geen beveiligde vluchtweg aanwezig is waar langs men het schip snel kan verlaten, moet aan de zijde van het schip een extra vluchtmiddel aanwezig zijn. Bijvoorbeeld een buiten boord gelegde bijboot. De Inspectie Verkeer en Waterstaat vereist bovendien dat de vluchtweg(en) van schepen naar de wal zich buiten de landingzone bevinden.
Controles
Aan de betreffende bedrijven is de mogelijkheid geboden om voor 1 maart 2002 de nodige maatregelen te treffen zodat ze aan de voorschriften voldoen. Indien de noodzakelijke voorzieningen niet zijn getroffen wordt handhavend opgetreden. |