ultramarin marine translations
ultramarin.online
nl Biesbosch      
de Biesbosch von zahlreichen Wasserläufen durchzogenes Gebiet südöstlich von Dordrecht zwischen Nieuwe Merwede und Bergse Maas; Naturreservat Zuidhollandse Biesbosch südlich von Dordrecht zwischen Dordtse Kil und Nieuwe Merwede;
en Biesbosch a maze of water courses forming an inland archipelago in the tidal zone of the Rhine-Maas-delta, southeast of Dordrecht between Nieuwe Merwede and Bergse Maas or what has been left of it, the Zuidhollandse Biesbosch south of Dordrecht between Dordtse Kil en Nieuwe Merwede being preserved as nature reserve and wildlife resort.
fr Biesbosch  

"Biesbosch, ook wel naar het naburige Geertruidenberg Bergsche Veld geheten, ist de naam, die men aan de kleine archipel van riviereilanden geeft, tussen de Merwede in het Noorden, het eiland van Dordrecht in het Westen, het vasteland van Noord-Brabant in het Zuiden en het land van Altena in het Oosten. Het is een complex van merendeels omkade eilanden of platen, door een labyrint van killen gescheiden en reeds tot een aanzienlijke hoogte aangeslibt. Gemiddeld liggen zij 1m + A.P, sommige zelfs 2,3m +A.P.. Door de werken van de Nieuwe Merwede bestaat de Biesbosch thans uit drie delen, n.l. het deel tussen Beneden Merwede, Wantij en Nieuwe Merwede van Werkendam tot de Ottersluis, het deel ten Z.O. van het Dordtse eiland en het Bergsche Veld ten Z. van de Nieuwe Merwede. Dit laatste deel wordt door een doorlopende hoge dijk langs de Nieuwe Merwede van de overige delen afgesneden en beschermd; vele killen, zoals vooral het Steurgat, zijn door die dijk afgesneden van de hoofdrivier en gedicht met het zand, uit de Nieuwe Merwede gebaggerd. Bij het graven van de Nieuwe Maasmond heeft nieuwe bedijking en dichting plaats gehad, van 1921-1929 is door de gemeente Dordrecht de Nieuwe Merwede ingedijkt en cultuurrijp gemaakt. Deze nieuwe bedijking draagt de naam Biesboschpolder. Het Brabantse deel van de Biesbosch wordt over een grote oppervlakte ingenomen door grote en kleine polders, die als bouwland of grasland in gebruik zijn.

Landbouw is hier het hoofdmiddel van bestaan; tot een van de belangrijkste gewassen behoren suikerbieten.

In het begin van de 15de eeuw vormde het gebied van de tegenwoordige Biesbosch een deel van de Groote Zuidhollandsche Waard, waarin de stad Dordrecht gelegen was. Nadat reeds vroegere kleine doorbraken hadden plaatsgehad, volgde de 18 November 1421 de hoge watervloed, opgezweept door een N.W. storm, die op tal van plaatsen in Nederland rampen toegebracht en bekend staat als de St.Elisabethsvloed. De dijk, die de Groote Waard mest beschermen, bezweek, waarschijnlijk het eerst bij het toenmalige dorp Wieldrecht en 72 parochies werden overstroomd. Wel begon men spoedig met pogingen, om de verloren dorpen terug te winnen en dit gelukte ook allengs met 38, doch 34 bleven voor immer verdronken. Daarentegen slibden vele plaatsen langzamerhand aan, zodat zij ondiepten of platen in de brede rivier vormden, waarvan de vruchtbaarste en hoogste later weder ingedijkt werden. Ook de omringende landen werden allengs weder door dijken beschermd. Reeds in 1581 werden door Dordrecht, dat het meeste belang had bij het behoud der Merwede voor de scheepvaart, pogingen gedaan, om de waterafvoer langs de killen te beteugelen, hoewel zonder het gewenste gevolg. Plannen daartoe werden herhaaldelijk voorgesteld, doch het kwam nooit verder dan een begin van uitvoering, totdat eindelijk in 1850 een begin werd gemaakt met het graven van de Nieuwe Merwede, en in 1866 waren alle killen afgedamt behalve het Noorderdiep, dat in 1870 werd afgesloten."

de
"Biesbosch, nach dem benachbarten Ort Geertruidenberg auch als Bergsche Veld bekannt, ist der Name des kleinen Flußinsel-Archipels zwischen der Merwede im Norden, der Dordrechter Insel im Westen, dem Festland von Nord-Brabant im Süden und dem Land van Altena im Osten.

Der Biesbosch ist ein Komplex von größtenteils eingedeichten Inseln, die durch ein Labyrinth von Killen getrennt und auf beträchtliche Höhe verlandet sind. Im Schnitt liegen sie einen, einige bis zu 2,30 Meter über Amsterdamer Pegel. Bedingt durch die Nieuwe Merwede besteht der Biesbosch aus drei Teilen: der Teil zwischen Beneden Merwede, Wantij und Nieuwe Merwede von Werkendam bis Ottersluis; der südöstliche Teil von der Dordrechter Insel, sowie drittens das Bergsche Veld südlich der Nieuwe Merwede. Der letzterer Teil ist von den beiden anderen durch einem durchlaufenden hohen Deich entlang der Nieuwe Merwede abgeschnitten und beschützt. Viele Killen, wie z.B. das Steurgat, sind durch den Deich vom Hauptstrom abgeschnitten und mit Baggersand aus der Nieuwe Merwede zugeschüttet worden. Beim Graben der Nieuwe Maasmündung wurden Eindeichung und Abdichtung erneuert. Von 1921 bis 1929 hat die Gemeinde Dordrecht die Nieuwe Merwede eingedeicht und zur Bodenkultivierung ......... Diese neue Eindeichung trägt den Namen Biesboschpolder.

Der Brabanter Teil des Biesbosch erstreckt sich über viele große und kleine Polder, die als Bau- oder Grasland dienen. Landwirtschaft ist hier der wichtigste Erwerbszweig; Zuckerrüben gehören zu den wichtigsten Gewächsen.

Zu Beginn des 15.Jhdts bildete das gegenwärtige Gebiet des Biesbosch einen Teil des Groote Zuidhollandsche Waard, worauf auch die Stadt Dordrecht lag. Nach kleineren Durchbrüchen entstand am 18. November 1421 durch einen Nordwest-Sturm eine hohe Flut, die an verschiedenen Orten katastrophale Ausmaße annahm und unter dem Namen St.Elisabethsflut bekannt wurde. Der Schutzdeich der Groote Waard bracht vermutlich zum ersten Mal beim ehemaligen Wieldrecht und führte zur Überflutung von 72 Gemeinden. 38 Dörfer konnten später zurückgewonnen werden, 34 blieben jedoch für immer vom Wasser verschlungen. Andererseits verlandeten viele Stellen wieder und bildeten Untiefen oder Schollen im breiten Strom, von denen die fruchtbarsten eingedeicht wurden. Ebenso wurden das Umland von Deichen umsäumt. 1581 unternahm Dordrecht, das das größte Interesse an der Merwede für die Schiffahrt besaß, Anstrengungen, das Wasser zu regulieren. Zunächst ohne großen Erfolg, begann man 1850 mit dem Anlegen der Nieuwe Merwede. 1866 waren alle Killen bis auf das Noorderdiep, das 1870 abgeschlossen wurde, eingedeicht."